donderdag 26 april 2012

Suiker, het grootste mensengif ooit

Suiker, het grootste mensengif ooit
Natuurlijk heb ik het in dit artikel niet over de natuurlijke vorm van suiker (honing, fruit ea.) maar over de gifstof suiker (aspartaam ea.) die onze voedingsindustrie in allerlei voedingswaren tracht te verwerken.
behalve het simpele feit dat een teveel aan suiker omgezet wordt in vet leidt het tot oa. bloedsuikerschommelingen, insulineresistentie tot aan hypoglycemie en suikerziekte. De suiker die ik bedoel bestaan uit lege calorieën. Nog erger is het feit dat het zelfs aan het lichaam vitaminen en mineralen onttrekt zoals calcium, magnesium, zink, chroom, vitamine C maar vooral ook een serie B vitaminen, die nodig zijn om energie te produceren.
De weerstand wordt verlaagd, uw energie wordt uitgehold, de kans op ziekten wordt vergroot en dit al vanaf zo'n 40 gram suiker per dag. Verder werkt suiker verslavend, ontstekingsbevorderend, cholesterol verhogend, bevordert het schimmels en andere pathogenen en zorgt voor een snelle veroudering. Een weinig positief beeld.
De lever moet bovendien suikers ontgiften, dat kost weer energie en er ontstaan volop vrije radicalen die in het lichaam weer schade veroorzaken. Het veroorzaakt gisting in de darmen waardoor onze darmflora negatief wordt beïnvloed. Kalk voorkomt dat suiker gaat gisten en wordt bij hoge concentraties suiker onttrokken aan het lichaam met botontkalking als gevolg.
Suiker geeft tenslotte gedragsveranderingen zoals woede aanvallen, plotselinge driftbuien, onverklaarbare angstgevoelens, verminderde concentratie, asociaal gedrag, te grote beweeglijkheid, gestoorde motoriek, opgejaagdheid, agressie, energietekort, vermoeidheid en depressie.
Nieuw onderzoek door enkele van Amerika’s meest gerespecteerde instituten concludeert dat suiker, op de manier waarop mensen het vandaag de dag eten, giftig is en mogelijk de drijvende kracht is achter de belangrijkste westerse aandoeningen, waaronder hartziekten.
Wijlen Prof Bram van Dam sprak al in zijn orthomoleculaire lezingen over het grootste mensengif ooit.
Prof Dr Jaap Seidell, hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, concludeerde (zij het met een slag om de arm):
Uit voorzorg is het dus belangrijk om de inname van geconcentreerde en snel opneembare leveranciers van fructose (lees suikerhoudende dranken) ernstig te beperken. Vooral bij overgewicht en insuline resistentie.
Het is treurigstemmend de pagina ‘Fabels en misverstanden’ op de website van het Diabetes Fonds er op na te slaan. Twee fragmenten:
Van alleen veel suiker eten krijg je niet zomaar diabetes. Door andere oorzaken gaat er in het lichaam wat mis. De alvleesklier maakt niet meer genoeg insuline. Of het lichaam reageert niet meer op insuline. Waarom dat gebeurt, weten we nog niet precies. Er is veel onderzoek gedaan naar suiker, en daaruit blijkt dat je van suiker eten op zich geen diabetes krijgt. Toch is het beter om niet veel te snoepen. Want in snoep zitten meestal meer vetten en calorieën. Daarvan word je dik, en daar kun je wel diabetes type 2 door krijgen.
Het is een fabeltje dat mensen met diabetes geen suiker mogen. Het lichaam maakt ook bloedsuiker van ander eten. Dus daarvoor maakt het niet uit. Want ook een beker melk, een boterham met kaas of een aardappel worden deels omgezet in suiker. Het is daarom niet nodig om suikervrije producten te kopen. Iemand met diabetes mag wel suiker.
Door dit soort gaat-u-maar-rustig-slapen, garandeer je een stabiele aanwas van nieuwe diabeten. In werkelijkheid is er natuurlijk gewoon sprake van een onpeilbare achterlijkheid.

woensdag 25 april 2012

Melk, de witte motor?

Wat u zou moeten weten over melk, de witte moter
Pas geleden nog op RTL4 was er een programma over osteoporose. Aan het woord was een klassiek opgeleide diëtiste, die beweerde dat patiënten met osteoporose veel melk zouden moeten drinken. Daar schrok ik toch even van en ben gaan twitteren.
Van de eiwitbronnen is voor ons Nederlanders melk een zeer bekend product. We zijn er allemaal mee opgegroeid. De kreten "met melk meer mans, de witte motor, drie glazen melk per dag" staan ons allemaal in het geheugen gebrand. Maar waarom geniet het in de orthomoleculaire wereld geen voorkeur. Waarom wordt er gewaarschuwd voor het drinken van, in ieder geval, veel melk. Het is op zijn minst merkwaardig dat wij het enigste zoogdier zijn, dat na de zoogfase, nog melk drinkt. Nog merkwaardiger is dat Nederland een van de landen is met de hoogste melkconsumptie maar tevens ook een van de hoogste cijfers kent ten aanzien van osteoporose. Wat is er dan werkelijk aan de hand?
Na het 1-3e levensjaar vermindert de aanmaak van het verteringsenzym lactase, de zoogtijd is immers voorbij. Koemelk bevat veel lactose en is dus voor ons moeilijk te verteren door de verminderde aanwezigheid van het enzym lactase. Melk tast ons immuunsysteem aan omdat de eiwitten in te grote brokken in de darmen en in de bloedbaan komen met vaak ook allergie als gevolg.
Melk bevat caseïne, een aminozuur dat moeizaam te verteren is. Deze caseïne is rijk aan antigenen, die zorgen voor slijmvorming wat ademhalingsproblemen kan veroorzaken. Doordat de caseïne in de darmwand blijft kleven, verhindert melk de resorptie van mineralen zoals calcium en het remt de opname van vitamine B12 (vermoeidheid). Ook remt het onder meer de opnamecapaciteit van vitamine D waardoor er risico ontstaat op oa. prostaatkanker.
Het enzym dat de caseïne verteert, heeft zink nodig als co-factor bij deze vertering. Indien er te weinig zink aanwezig is in het lichaam (witte vlekken op de nagels), wordt er een stof gemaakt die een melkverslaving tot gevolg heeft.
De verhouding calcium:magnesium (7:1) is ongunstig voor ons lichaam. Om de verhouding enigzins recht te trekken wordt er magnesium aan het lichaam (de botten) onttrokken en onvoldoende calcium opgenomen met osteoporose en allergie als gevolg.
Een onderzoek van prof. Frits Muskiet (RUG) toonde reeds een verband aan tussen veel melk drinken en osteoporose. Calcium halen we dus bij voorkeur uit groenten.

zondag 15 april 2012

De processen in de hersenen
Om meer over verlegenheid te weten te komen is het van belang meer kennis te hebben over de processen in de hersenen die betrekking hebben tot verlegenheid. Door hersenstudies is gebleken dat bijna alle hersenstructuren betrokken zijn bij verlegenheid. De middenhersenen geven snelle instinctvieve reacties, de hogere hersenen en hersenschors zijn nodig om te plannen en strategieën uit te denken, en het ruggenmerg en de hersenstam zorgen voor reflexen of het vermijden van angstige situaties. Het ontwijkinginstinct zit in de middenhersenen, maar de beslissing om te ontwijken komt van de hogere hersenen. Op alle delen van de hersenen en hun rol bij verlegenheid wil ik wat dieper ingaan.

De hersenstam
Dit is het meest primitieve deel van de hersenen. Wat hier gebeurt, is onbewust. Daarbij valt te denken aan reflexen en ademhaling. Een deel van de hersenstam is het RAS (Reticular Activating System). Dit reageert op omgevingsinformatie en geeft daar prikkels over door. Soms is dit systeem gevoeliger, dan heeft iemand meer last van omgevingsprikkels, wat een reden kan zijn om je terug te trekken.

Het limbische systeem: de middenhersenen
Het limbische systeem is niet iets typisch menselijks. Alle gewervelde dieren bezitten een dergelijk systeem. Het systeem zetelt in de middenhersenen. Dat deel van de hersenen is in de evolutie voor het eerst bij reptielen ontstaan en gaf organismen meer kans op overleven doordat gevaar beter ingeschat kon worden. Men heeft dan ook onderzoek gedaan naar verlegenheid bij gewervelde dieren en daarbij soortgelijke gedragspatronen gevonden.
Het limbische systeem ligt net boven de hersenstam, diep in de hersenen. Dit systeem blijkt erg belangrijk te zijn waar het verlegenheid betreft. Het koppelt bepaalde prikkels aan angstige reacties. Als je in een bepaalde situatie iets vervelends hebt meegemaakt, bijvoorbeeld sociaal bent gekwetst, dan zal het limbische systeem in een gelijksoortige situatie signalen van gevaar afgeven.
Het systeem bestaat uit:
  • Hypothalamus
  • Hippocampus
  • Amygdala
  • Bed Nucleus van de Stria Terminalis (BNST)
Ik zal de afzonderlijke delen even behandelen.

De hypothalamus is het regelsysteem en zorgt voor de beheersing van lichaamsfuncties en hormonen. Het zorgt ervoor dat we honger krijgen als we eten nodig hebben, het regelt de temperatuur en in onzekere situaties helpt het ons om alert en actiebereid te worden. Dit deel van het lichaam stuurt de stressreactie. De hypothalamus is niet bij iedereen even actief. Bij verlegen mensen is ze waarschijnlijk actiever; zij krijgen een grotere dosis stresshormonen door hun lichaam.
De hippocampus is de 'database'. Zij slaat emotionele herinneringen op en zij koppelt nieuwe ervaringen aan oude informatie. Die oude informatie is ook contextueel wat betreft de emotionele sfeer. In een nieuwe situatie vraagt het zich af, heb ik dit al eens eerder gedaan? Maar ook: hoe voelde ik me toen het gebeurde, waar was ik en hoe stond ik tegenover mijn omgeving. Dit alles gebeurt onbewust. Het probleem met dit systeem is dat het de specifieke herinneringen en de context over één kam scheert. Als er iets naars gebeurt terwijl je in een grote groep mensen bent, ga je grote groepen mensen in verband brengen met nare gevoelens. Dit systeem begint eigenlijk pas echt te werken als je een half jaar oud bent, daarvoor heb je namelijk nog erg weinig ervaringen gehad.
De amygdala is het 'schakelbord', het geeft zenuwsignalen door die te maken hebben met emoties en stress. Het speelt een grote rol bij bedeesd gedrag, het schat namelijk de mate van dreiging in. Als je de amygdala manipuleert bij bedeesde dieren verdwijnt het bedeesde gedrag. Het systeem zendt informatie naar de rest van de hersenen en heeft daardoor heel veel invloed. Zelf is het systeem moeilijk te beïnvloeden, omdat er nauwelijks verbindingen naar de amygdala toe gaan, alleen ervan af.
De BNST (Bed Nucleus van de Stria Terminalis) speelt waarschijnlijk een rol bij angstgevoelens, maar er is weinig over bekend. Wat we weten is dat dit orgaan informatie verstuurd naar de hypothalamus en de hersenstam en dat het informatie krijgt van de amygdala en hippocampus. Dit systeem veroorzaakt vaak een sluimerend angstig gevoel dat je lijkt te bekruipen. Het kan sociale angst verergeren.

De hogere hersenen
De voorgaande reacties waren allemaal onbewust. Van deze reacties worden we ons slechts bewust door observatie en interpretatie van ons gedrag en van de processen die we in ons lichaam waarnemen. Maar niet alle reacties die met verlegenheid te maken hebben zijn onbewust. Verlegenheid leidt vaak tot de min of meer bewuste keuze om je terug te trekken, die keuze wordt gemaakt in de hogere hersenen. De hogere hersenen zijn de structuren die redeneren, spraak voortbrengen en complexere informatie analyseren. Zij zijn evolutionair gezien de laatste toevoegingen aan de hersenen.
De voorhoofdskwabben zijn bij verlegen reacties het meest actieve deel in de hogere hersenen. Zij krijgen informatie van het limbische systeem en nemen daarna besluiten. Dit gedeelte is verantwoordelijk voor de interpretatie van emoties en de gedachten die met verlegenheid samenhangen, zoals irreële redeneringen.
Als er echter een signaal komt van de amygdala dat er gevaar dreigt, zijn de hogere hersenen wel weer in staat om dat signaal te negeren. Zo kan een brandweerman een brandend huis in rennen, maar kan ook een verlegen persoon een menigte instappen. We kunnen dus de dominante reacties van het limbische systeem opzij zetten en er andere gedachtepatronen voor in de plaats zetten, dit kan door je bewust te zijn van je gedrag.
De twee hersenhelften (van de hogere hersenen) hebben verschillende gespecialiseerde eigenschappen. De rechterhelft is meestal creatiever en de linker rationeler. Beide helften zijn betrokken bij emoties, maar er zijn wel verschillen. De rechterhelft blijkt verantwoordelijk voor angst en ongerustheid, terwijl de linkerhelft zich bezig houdt met vreugde, plezier en lachen. Het lijkt dus logischer dat de rechterhelft meer betrokken in bij verlegenheid. Uit proeven met kleine kinderen bleek inderdaad dat er een grotere activiteit was in de rechterhelft dan bij kinderen die minder geremd zijn. Ook bij volwassen hebben ze deze proef gedaan, maar de resultaten waren daarbij niet overtuigend. De reacties van verlegenheid zijn te complex en er zijn teveel zaken bij betrokken. Misschien zullen we de reacties nooit helemaal begrijpen.
Een interessante wetenswaardigheid: behalve de hersenhelften onderzocht men ook autonome functies als de hartslag bij volwassenen. Dat leidde tot de conclusie dat verlegen mensen een snellere en stabielere hartslag hebben dan niet verlegen mensen.
Bij andere onderzoeken kwamen er ook intrigerende feiten uit. Zo bleken introvertere kinderen smallere gezichtjes te hebben dan hun extraverte leeftijdsgenootjes. Dat hebben ze verder onderzocht, en een mogelijke conclusie is dat een smal gezicht de ademhaling enigszins bemoeilijkt en iemand daardoor sneller verlegen is. Als iemand zich bedreigd voelt of van streek is kan de ademhaling verder belemmerd worden. Mogelijk proberen verlegen mensen deze ademhalingsproblemen te vermijden en ontwijken ze situaties waarbij ze van streek kunnen raken.
Als je naar al deze processen in de hersenen kijkt, zie je dat ze allemaal sterk met elkaar verbonden zijn. Dit is ook een extra moeilijkheid bij het leren omgaan met verlegenheid, je moet tegen biologische processen ingaan. Maar het is zeker mogelijk. Door greep te krijgen op je gedachten en ze in andere banen te leiden, kun je meer greep krijgen op je verlegenheid en heeft de verlegenheid niet langer jou in de greep.

dinsdag 10 april 2012



Onderwerp: Degeneratie en regeneratie              

Wat bepaalt dat een lichaam degenereert? Waarom worden we ouder en is dat fysiologisch of juist pathologisch?

Degeneratie=van je genen af, Regeneratie=naar je genen toe.

Het verouderingsproces bij de mens is een genetisch proces.

Ouderdomsaandoeningen, ziekten die met de genen te maken hebben, verworvenheden waarmee je geboren bent??
Waarom gaan we eigenlijk dood als we steeds kunnen regenereren? Er zit dus blijkbaar een beperking op dit vermogen tot regeneratie.
Hoe vaak kan een lichaam regenereren en wordt dit vertraagd of versneld door allerlei processen.

Er zijn verschillende verouderingssystemen met allemaal hun eigen kenmerken:

Telomeerverkorting VS1
Oudste verouderingssysteem is verantwoordelijk voor bepaling maximale levensduur.
De natuurlijke uiteinden (zegels) van chromosomen. Kunnen slechts een beperkt aantal malen regeneratieproces op gang brengen.
                                            
Bij uitputting van de telomeren (verkorting) is er geen regeneratievermogen meer van de cellen. Lengte van telomeer is bepalend.

De telomeren zorgen dat de structuur van het DNA goed blijft. Ze zorgen voor het overleven van de chromosomen en dus de cellen. Het maximaal aantal celdelingen wordt de Hayflick limiet genoemd.

Door toedoen van het enzym telomerase kan telomeer weer synthetiseren. Helaas heeft de mens maar beperkte telomerase. Telomerase zien we bv. wel in stamcellen  (beenmerg), epitheelcellen (darmwand), delende myocieten in hartspier.

Oxidatieprocessen in het lichaam vormen een belangrijke belasting op de telomeren. Hierdoor ontstaan onnodig veel celdelingen.

Mitochondriale veroudering VS2
Dit degeneratieve proces wordt basaal gekenmerkt door te weinig energie.
Organen met een relatief hoog energieverbruik zijn hier erg gevoelig voor.
Hersenen, hart- en bloedvaten, ogen, lever, nieren, skeletspieren.
Het gaat hierbij vooral om het disfunctioneren van mitochondriën door mutaties mtDNA (mitochondriaal DNA). mtDNA alleen doorgegeven door de moeder.
Vader bepaalt niets want spermatozoïden hebben zo goed als geen mitochondriën.
                                                  
Mutaties op het MtDNA hebben verouderingssymptomen als doofheid, blindheid, speratrofie en neurodegeneratieve afwijkingen.
Ziektebeelden veroudering MtDNA oa. Parkinson, Alzheimer. Hersenen meest gevoelig voor MtDNA.


Stoffen:          L Carnitine , essentieel voor integriteit MtDNA
                        Alfaliponzuur, bescherming MtDNA tegen schade en antioxidatief effect
                        Q10, cofactor energiestofwisseling mitochondriën, antioxidatief effect,
                        Stabiliseert mitochondriale membranen
                        N Acetyl Cysteïne, belangrijkste beschermer algemeen DNA en MtDNA
                        Ginkgo Biloba, bescherming mitochondriën op veroudering.                                     

Bij een tekort aan energie krijgen we problemen met ons MtDNA, cruciale therapie is dan  L Carnitine en Q10.

Mutatie accumulatie VS3
Mutaties op nucleair DNA en MtDNA zijn normaal een dagelijks proces. De meeste mutaties worden onschadelijk gemaakt met zgn. care-taker genen. Neutrale mutaties doen echter geen beroep op de care-taker genen. Neutrale mutaties hebben in eerste instantie invloed op weefsels en organen. Bij interactie van meer mutaties, veranderingen in het methylatiepatroon, door hypermethylatie worden deze neutrale mutaties niet meer verwijderd en er ontstaat een mutatie accumulatie. Deze mutaties vinden oa. tijdens de zwangerschap veel plaats.
Meer mutaties dan 50 jaar geleden (stress, voeding, milieu). Er vindt een steeds snellere opstapeling van mutaties plaats. Hoe snel kunnen we ouder worden.
                      
De helft van alle mutaties vindt plaats in de groeifase (baarmoeder).
  
Genexpressie veroudering VS4
Methylatie is deactivering van genen
Demethylatie is activatie van genen

Belangrijke factor is de aanwezigheid van CH3 methylgroepjes en foliumzuur.

Methylatie is een dynamisch proces afhankelijk van een aantal factoren (endogeen, hormonen, vrije radicalen, antioxidanten, enzymen) en (exogeen, roken, alcohol, voeding, beweging, stress, slaap).

Geprogrammeerd methylatiepatroon bepaald door processen als genomic printing (moeder) en metabolic printing. Demethylatie vangt bij begin van leven aan en schrijdt progressief voort tijdens groeifase en daarna lineair tot de dood. Demethylatie percentage van de mens volgens de Hayflick limiet is 0,0005% per dag (levensverwachting 120-145 jaar).
Demethylatie snelheid bepaalt het verouderingsproces van een mens.

Veel methylatieverlies vooral tijdens celdeling. Totale Demethylatie bereiken we na 70-140 celdelingen. De Hayflick limiet wordt geschat op 50 celdelingen.
Naast geprogrammeerde demethylatie kan ook pathologische demethylatie optreden.
Foliumzuurtekort geeft demethylatie van DNA in hersencellen en een geringe deficiëntie geeft een factor 3 verlies van methylatie.                             

Patiënten met foliumzuurtekort en demethylerend DNA in de hersencellen zijn vaak patiënten met psychiatrische aandoeningen of epilepsie patiënten.
Ook geeft foliumzuurdeficiëntie een verlaging van SAM in hersenvloeistof en hersencellen.
SAM is donor van CH3 groepjes nodig voor methyleringsprocessen.

Ook slaapproblematiek is vaak een degeneratieve aandoening omdat er een tekort aan SAM is kan het methyleringsproces van serotonine naar melatonine niet plaatsvinden. Er is een tekort aan CH3 groepjes.
Grijs haar is een vorm van slecht methyleringsproces (foliumzuurtekort, SAM tekort).

Auto Immuun ziektebeelden worden ingezet door verkeerde methyleringsprocessen. Genen reageren verkeerd. Waarschijnlijk is er een tekort aan CH3 groepen dus te weinig methylering. Demethylatie proces loopt niet goed.

Ouderdomsverschijnselen of symptomen: Grijs haar, Alopecia, Verlies onderhuids bindweefsel, hypergonadisme, hypermelanose van de huid.

Aandoeningen: Xoxa valga, Kopnecrose, Arteriosclerose, Hypertensie, Calcificatie van de hartkleppen, Auto-immuunziekten, Displastische osteoporose.

Mitochondriale disfunctie en mitochondriale apoptose (natuurlijke celdood) VS5
Vrije radicalen en vrije radicaal hormonen geven demethylatie van DNA, terwijl antioxidanten en antioxidatieve hormonen remethylatie kunnen geven.

Versnelde apoptose van huidcellen kennen we bv. als psoriasis.
                                    
Acute stress geeft een dramatische verhoging van hormonen als cortisol, noradrenaline, adrenaline en prolactine, hormonen die in staat zijn om cellen aan te zetten tot versnelde apoptose.
Door deze versnelde apoptose ontstaat meer energiegebruik (energieverlies in vorm van ATP)
Er moet meer ATP aangemaakt worden en er ontstaan veel vrije radicalen (demethylatie).
ATP gebruik in mitochondriën gaat gepaard met vorming van vrije radicalen.
Door dit verhoogde ATP krijgen we meer demethylatie.

Mitochondriale disfunctie door oa. oxidatieve overbelasting, ATP tekort, medicijngebruik, virale belasting, schade aan celmembraan.
Schade aan celmembranen door oa. suikers, cholesterol, bloedsuiker, te weinig antioxidanten, stress, te weinig slaap.
Energie en antioxidanten staan heel centraal in het hele verhaal.

Hoe sneller de neutralisatie van oxidanten verloopt, hoe meer er nog reparabel is. De overgebleven schade leidt onherroepelijk tot disfunctionerende mitochondriën.

We zien een spectaculaire stijging van VS 5 type verouderingsbeelden.
De oplossing????   Vakantie, minder stress.

 VS5 symptomen:        Spieratrofie, neuronale degeneratie, hersenatrofie, basale ganglion calcificaties
VS5 aandoeningen:    Staar, Diabetes, Mitochondriale alzheimer, mitochondriale myopatie, overerfbare mitochondriale ziektebeelden

Mitochondriale apoptose wordt getriggerd door schade aan het mitochondriale membraan via stoornissen in de oxidatieve balans, calcium overload en stoornissen in de energiehuishouding.

Calcium heeft met het mineraal magnesium te maken. Magnesium is oa. van groot belang voor de vorming van ATP.

Deze apoptose geeft een groot aantal degeneratieve ziektebeelden van het centrale zenuwstelsel
Schade aan het buitencelmembraan vooral veroorzaakt door super oxide radiaal.

SOD = Super Oxide Dismutase wordt aangemaakt in de lever en is in staat om mitochondriale apoptose te inhiberen bij een verouderd hart, centraal zenuwstelsel, skeletspieren en beschadigde fibroblasten in de huid. Het is een van de belangrijkste antioxidanten en beperkt de mitochondriale apoptose.

Mariadistel helpt ook bij regeneratie en is een belangrijke ondersteuner van de lever. Bestrijding van super oxide radialen.

Ook hormonen spelen een belangrijke rol en hebben naast hun fysiologische functie een oxidatief of antioxidatief effect.
                                    
Een unieke rol is weggelegd voor melatonine als antioxidant. Deze blijft zelf stabiel.
Melatonine vangt 2x zoveel waterperoxide radicalen als vitamine E.

SAM is een belangrijke methyldonor, naast foliumzuur en vitamine B6 en B12.

Apoptose veroudering – somatische atrofie VS6
Metamorfose is een acuut demethyleringsproces vanuit massale apoptose van verschillende weefsels om nieuw weefsel te creëren. Na massale demethylatie worden de apoptose genen geremethyleerd. De genen voor mitose (celdeling) moeten in een demethylatiestatus blijven om celdeling/weefselvorming mogelijk te maken.

Een woekering van cellen is een oncologisch proces.

De organen met de meeste zuurstofbehoefte (hersenen, ogen) hebben een hoge vrije radicalen druk op de haarvaten (vb. staar).

VS6 verschijnselen zijn oa. spieratrofie, neuronale degeneratie, hersenatrofie, slechte wondgenezing, huidulcers, atrofie van thymus, schilferige huid, hypogonadisme.

Ouderdomsaandoeningen zijn oa. staar, diabetes, alzheimer, artritis, perifere osteoporose.

Activatie van VS6 vooral vanuit mitochondriën. De mitochondriale energieproductie neemt geleidelijk af. Bij vrouwen is de invloed groter door de negatieve invloed van oestrogeen op L Carnitine. In de richting van de overgang ontstaat een piek in oestrogeen. Vrouwen in de overgang zijn dus vaak erg moe. L Carnitine is ook nodig voor een optimale vetverbranding. Daardoor komen vrouwen in de overgang vaak in problemen met hun vetverbranding.

Kunnen vrouwen niet afvallen dan moet de energietoevoer naar de mitochondriën verhoogd worden door de inzet van L Carnitine. Bij te weinig vetverbranding, zoals in de menopauze, is de suppletie van L Carnitine prima om de vetverbranding op gang te brengen.

Ook de stof  DHEA (Dehydroepiandrosterone) heeft ook invloed op de mitochondriale functies via directe activatie van het gen voor ATPase productie. DHEA wordt ook gebruikt als middel tegen veroudering, anti aging. Veroudering heeft constante verlaging van DHEA tot gevolg. Bij mannen loopt de afname lineair en bij vrouwen is er een 40% acute DHEA daling rond 50-60 jaar. Daarmee ontstaat dus ineens een grote verandering in de energielevering van de cel.
                          
 Vooral problemen voor energie gevoelige weefsels en organen: alvleesklier, bewegingsapparaat, centraal zenuwstelsel.
Door energietekort ontstaat een massale apoptose tijdens de menopauze.
Dit leidt dan vaak tot veel vrouwelijke degeneratieve ziektebeelden na deze periode als gevolg van dit energietekort. Altijd dus vragen naar overgang. Opvlieger, zweten duidt op problemen met oestrogeen (inzet oa. van L Carnitine).

Hormonale veroudering VS7
Deze methode is gebaseerd op een aantal fysiologische veranderingen van hormoonproductie.

Er zijn antioxidant werkende hormonen, remethylerend, zoals melatonine, groeihormoon, DHEA en testosteron.
Oxidatief werkende hormonen, demethylerend, zoals LH, FSH, Cortisol, Glucagon en Catacholomines.

Gevoelige organen bij de man zijn de prostaat en gonaden. Bij een succesvolle veroudering langzamerhand atrofie en bij versneld proces ontstaat hyperplasie prostaat of prostaatkanker.

Succesvol verouderen bij de vrouw bij langzame atrofie voortplantingsorganen. Een acute activatie ontstaat bij acute verlaging DHEA, daling groeihormoon, stijging van LH of cortisol.

VS7 symptomen en aandoeningen: menopauze, borst, uterus en borst, uterus en ovaria kanker, prostaatatrofie en prostaatkanker, depressie

VS4 en 7:        arteriosclerose, hypertensie, grijs haar, alopecia, hartklepcalcificatie, verlies onderhuids bindweefsel, hypermelanose huid, hypergonadisme (vooral bij man).

VS4 en 7:        Spieratrofie, neurale degeneratie, hersenatrofie, basale ganglion calcificatie, slechte wondgenezing, huidulcers, atrofie thymus, schilferige huid, staar, diabetes, alzheimer, artritis, perifere osteoporose (vooral bij vrouw).

Ook slikken van de pil betekent voor vrouwen versneld verouderen.

Relatie groeihormoon en VS7 (LH)
Productie van groeihormoon boven 50 = 0. Er is geen groeihormoon meer en dus geen regeneratievermogen. De symptomen van deze minimalisering zien we oa. in abdominaal vet, verhoging cholesterol en afname van botdichtheid.

Wanneer we groeihormonen suppleren verdwijnen de symptomen maar de kans op kanker neemt aanzienlijk toe. De stimulatie van lichaamseigen groeihormoon is totaal schadeloos.
Groeihormoon stimulatie door middel van L-arginine, seqoia gigantea en beweging.

Groeihormoon deficiënties
Kracht:            Spierkracht, spiermassa, flexibiliteit, verlies aerobe capaciteit
Bindweefsel:  Rimpelvorming, verlies onderhuids bindweefsel, haaruitval
Lichaam:         Vetopslag, abdominaal vet, cholesterol

Permeabiliteitsveroudering VS8 Veroudering op weefselniveau
Dit is het proces van het verliezen van functie en vorm van belangrijke barrières. Bloed-hersen barrière, bloed-orgaan barrière, bloed-darm barrière, cellulaire membraan, membraan
Intracellulaire organellen en membraan celkern.
                                
Groepen voedingsstoffen die de bloed-hersen barrière in stand houden zijn oa. flavonoïden, BCAA’s (leusine, isoleusine en valine) en zwavelhoudende aminozuren.

De aanwezigheid van zgn. tight junctions zorgen voor het in stand houden van een mechanische barrière. Problemen met deze tight junctions, die via zwavelbruggen zorgen voor extra contractie en het hermetisch sluiten, verstoren de circulatie en maken de weg vrij voor vrije radicalen (zware metalen, fake hormonen). De hersenen gaan hierdoor degenereren.
Het verlies aan functie van de bloed-hersen barrière zorgt voor degeneratieve ziektebeelden op hersenniveau.

Ontstekingsveroudering VS9
De functie van het immuunsysteem neemt af met de leeftijd. Primaire verandering (epi)genetisch en secundaire verandering binnen het immuunsysteem (exogeen).
Veel ontstekingspathologie gepaard met pijn (ontsteking). PG2 speelt belangrijke rol.
De functie van pijn en ontsteking is regeneratie en reparatie. Het proces van lichaamsherstel wordt in werking gezet.
Oorzaken van ontstekingsveroudering: Trauma, virussen en bacteriën, toxinen, overbelasting, teveel omega 6, oxidatie en stress. Ziektebeelden oa. artrose en artritis.

Stress is een sympathische activiteit (nucl.factor kappa beta). Cox aanmaak, welke sympathicus activiteit moet uitdoven. De HPA as moet actief worden. Het cortisol gaat omhoog en de ontsteking dientengevolge omlaag. Remming van symphaticus. Bij voortdurende stress kan dan uitputting van de bijnier ontstaan.

Plantaardig gebruik omega 6 via archidonzuur –PG2. Er is 30 x meer omega 6 dan omega 3
in ons lijf.
                                               
 Normale atrofie van thymus (1% celverlies per jaar). Kans op immuunsysteemziekten bij ouderen wordt steeds groter.
Auto immuunziekte vergroting gebaseerd op 3 basisfuncties immuunsysteem:
Onderscheiden lichaamseigen en lichaamsvreemd, in stand houden hoogspecifieke immuunreactie en ontwikkelen en in stand houden immunologisch geheugen.

Interventie voor behoud immuunsysteem via voeding: Vette vis (omega3), paddenstoelen (lovasatine=vermindering cholesterol), carnosine (AGE neutralisatie=voorkomen thymus atrofie, voorkomen ER stress), zinkorotaat (verhoging Il2 en 3, voorkomen thymus atrofie), cimicifugua racemosa (DNA methylator, remming FSH en LH), beweging.
Cimicifugua racemosa wordt ook vaak gebruikt in de overgang.

Exogene oorzaken: Onder-/overvoeding, medicijngebruik en alcohol.

Neurovegetatieve veroudering VS10
Verschijnselen:           Verminderde HRV, verhoogde waakzaamheid, verminderde pijn gevoeligheid, huidatrofie, verminderde zweetcapaciteit, droge ogen, verminderde immuunreactie, verminderde longcapaciteit.

Aandoeningen:           Hartinfarct, slapeloosheid, ulcers, heatshock, staar, glaucoom, kanker, auto-immuunziekten, emfyseem, nierinsufficiëntie, acute allergieën, ademhalingswegenziekten.

Verhoogde noradrenaline receptor gevoeligheid waardoor orgaan specifieke veranderingen optreden. Gevolg is ook verhoogde vermenging van LDL cholesterol in celmembraan.
Dit geeft oxydatie in de celmembraan waardoor celmembraan veel minder vloeibaar is.
Gevolgen voor uitwisseling van stoffen. Adaptogene capaciteit van cellen wordt minder.

Het lichaam moet voor het behoud van haar homeostase een voortdurend adaptogeen vermogen hebben.

Wanneer de HPA as geactiveerd wordt (cortisol ++) wordt de sympathicus weer omlaag gebracht. Overprikkeling noradrenaline receptoren.
Problemen vooral voor hart en bloedvaten en immuunsysteem.
                                           
Ribes Nigrum kun je inzetten om het cortisol te balanceren om uitputting van de bijnieren te voorkomen.

Interventies:    Vette vis (vloeibaar houden celmembraan), SAM (idem), sojaproducten (remethylatie), bosvruchten, champignons (remethylatie), kerrie (cortisol like effect door curcumine),Carnosine (herstel adaptogene capaciteit), Vitamine E (antagonist cortisol).
Beweging (cortisol regulatie).

Calcium Stress veroudering VS11
Stressveroudering betreft de functie van aantal organellen waarbij het endoplasmatisch reticulum (ER) een belangrijke rol speelt. ER heeft een belangrijke rol bij activering bepaalde proteïnen (genetische activatie). Gezond ER zorgt voor afbraak pathologische eiwitten.
Stoornissen in ER leidt vaak tot ernstige ziektebeelden door foute proteïnevouwing.
Deze proteïnen worden na activatie van DNA gevormd binnen de ribosomen in een primaire structuur en daarna verdere vouwing in het ER.
Vouwing mogelijk door calcium afhankelijke enzymen binnen ER (chaperonnes).
Meeste proteïnen pas actief als ze correct zijn uitgevouwen. Procesbegeleiding door calciumafhankelijke enzymen. Stoornissen in ER = ER stress.

Stoornissen geven aanleiding voor ER stress waarbij sprake is van ongevouwen eiwitten (afunctioneel). Overschot aan intracellulair calcium veroorzaakt overvouwing, tekort (vlakke eiwitten). Calcium/magnesium verhouding normaal  (Ca:Mg/4:1).

Stress geeft magnesiumtekort en onbalans in verhouding met calcium. Stress betekent meer energie en dus meer ATP aanmaak. Overmatig gebruik van magnesium.

Verstoringen op calciumbalans via: melk, karnemelk, yoghurt, kaas.

Vorming van AGE’s (Advanced Glycation Endproducts) geeft ook stoornissen in de ER.

AGE’s zijn geglycoliseerde eiwitten die niet geglycoliseerd zouden mogen worden.

Oorzaken: Hoeveelheid intracellulaire glucose, tijdsduur glucose aanwezigheid, hoeveelheid arginine en lysine, oxidatieve druk, cel Ph., chaperonne activiteit binnen ER

Aandoeningen door teveel AGE’s: Osteoartritis, Diabetes, vasculaire ziektebeelden.

Interventies: Curcumine, samen met koffiezuur, zingerol en capsaïsine in staat om ER stress 100% te counteren.

Conclusies: veroudering van de bloedbaan (VS4 t/m VS11) zorgt voor verminderde doorbloeding van meerdere organen.

Verkeerde hormoonproductie zorgt voor versnelde veroudering van eerst minder vitale organen (huid, nagels, bot, perifeer bindweefsel).

Tegengaan veroudering door behandeling van vitale organen zoals hersenen, hart, endocriene organen en maag darmkanaal.
De huid is de spiegel van activatie van verouderingssystemen (L. Pruimboom, de huid als spiegel van ziekte en gezondheid).

Beïnvloeding door: regulatie hormoonhuishouding, voorkomen van AGE vorming, remethylatie interventies.

 Behandelprotocol:                  Werkingsmechanisme:                                   Doel:

Cimicifuga Racemosa            Remming FSH en LH                                               Remethylatie
                                               Regulatie van receptoren
Carnosine                               Neutraliseren van AGE’s                              AGE’s reductie
                                               Voorkomen atrofie                                        Behoud van thymus
                                               Regeneratie endocriene organen
Zinkorotaat                            Productie immuuntransmitters                      Hormoonregulatie
                                               Vorming van enzymen                                  Remethylatie
                                               Ph regulatie                                                    Voorkomen AGE’s
Curcuma                                 Regulatie ER stress                                       Tegen vouwfouten
                                                                                                                      AGE’s reduceren
                                                                                                                      ATP regulatie