zondag 15 april 2012

De processen in de hersenen
Om meer over verlegenheid te weten te komen is het van belang meer kennis te hebben over de processen in de hersenen die betrekking hebben tot verlegenheid. Door hersenstudies is gebleken dat bijna alle hersenstructuren betrokken zijn bij verlegenheid. De middenhersenen geven snelle instinctvieve reacties, de hogere hersenen en hersenschors zijn nodig om te plannen en strategieën uit te denken, en het ruggenmerg en de hersenstam zorgen voor reflexen of het vermijden van angstige situaties. Het ontwijkinginstinct zit in de middenhersenen, maar de beslissing om te ontwijken komt van de hogere hersenen. Op alle delen van de hersenen en hun rol bij verlegenheid wil ik wat dieper ingaan.

De hersenstam
Dit is het meest primitieve deel van de hersenen. Wat hier gebeurt, is onbewust. Daarbij valt te denken aan reflexen en ademhaling. Een deel van de hersenstam is het RAS (Reticular Activating System). Dit reageert op omgevingsinformatie en geeft daar prikkels over door. Soms is dit systeem gevoeliger, dan heeft iemand meer last van omgevingsprikkels, wat een reden kan zijn om je terug te trekken.

Het limbische systeem: de middenhersenen
Het limbische systeem is niet iets typisch menselijks. Alle gewervelde dieren bezitten een dergelijk systeem. Het systeem zetelt in de middenhersenen. Dat deel van de hersenen is in de evolutie voor het eerst bij reptielen ontstaan en gaf organismen meer kans op overleven doordat gevaar beter ingeschat kon worden. Men heeft dan ook onderzoek gedaan naar verlegenheid bij gewervelde dieren en daarbij soortgelijke gedragspatronen gevonden.
Het limbische systeem ligt net boven de hersenstam, diep in de hersenen. Dit systeem blijkt erg belangrijk te zijn waar het verlegenheid betreft. Het koppelt bepaalde prikkels aan angstige reacties. Als je in een bepaalde situatie iets vervelends hebt meegemaakt, bijvoorbeeld sociaal bent gekwetst, dan zal het limbische systeem in een gelijksoortige situatie signalen van gevaar afgeven.
Het systeem bestaat uit:
  • Hypothalamus
  • Hippocampus
  • Amygdala
  • Bed Nucleus van de Stria Terminalis (BNST)
Ik zal de afzonderlijke delen even behandelen.

De hypothalamus is het regelsysteem en zorgt voor de beheersing van lichaamsfuncties en hormonen. Het zorgt ervoor dat we honger krijgen als we eten nodig hebben, het regelt de temperatuur en in onzekere situaties helpt het ons om alert en actiebereid te worden. Dit deel van het lichaam stuurt de stressreactie. De hypothalamus is niet bij iedereen even actief. Bij verlegen mensen is ze waarschijnlijk actiever; zij krijgen een grotere dosis stresshormonen door hun lichaam.
De hippocampus is de 'database'. Zij slaat emotionele herinneringen op en zij koppelt nieuwe ervaringen aan oude informatie. Die oude informatie is ook contextueel wat betreft de emotionele sfeer. In een nieuwe situatie vraagt het zich af, heb ik dit al eens eerder gedaan? Maar ook: hoe voelde ik me toen het gebeurde, waar was ik en hoe stond ik tegenover mijn omgeving. Dit alles gebeurt onbewust. Het probleem met dit systeem is dat het de specifieke herinneringen en de context over één kam scheert. Als er iets naars gebeurt terwijl je in een grote groep mensen bent, ga je grote groepen mensen in verband brengen met nare gevoelens. Dit systeem begint eigenlijk pas echt te werken als je een half jaar oud bent, daarvoor heb je namelijk nog erg weinig ervaringen gehad.
De amygdala is het 'schakelbord', het geeft zenuwsignalen door die te maken hebben met emoties en stress. Het speelt een grote rol bij bedeesd gedrag, het schat namelijk de mate van dreiging in. Als je de amygdala manipuleert bij bedeesde dieren verdwijnt het bedeesde gedrag. Het systeem zendt informatie naar de rest van de hersenen en heeft daardoor heel veel invloed. Zelf is het systeem moeilijk te beïnvloeden, omdat er nauwelijks verbindingen naar de amygdala toe gaan, alleen ervan af.
De BNST (Bed Nucleus van de Stria Terminalis) speelt waarschijnlijk een rol bij angstgevoelens, maar er is weinig over bekend. Wat we weten is dat dit orgaan informatie verstuurd naar de hypothalamus en de hersenstam en dat het informatie krijgt van de amygdala en hippocampus. Dit systeem veroorzaakt vaak een sluimerend angstig gevoel dat je lijkt te bekruipen. Het kan sociale angst verergeren.

De hogere hersenen
De voorgaande reacties waren allemaal onbewust. Van deze reacties worden we ons slechts bewust door observatie en interpretatie van ons gedrag en van de processen die we in ons lichaam waarnemen. Maar niet alle reacties die met verlegenheid te maken hebben zijn onbewust. Verlegenheid leidt vaak tot de min of meer bewuste keuze om je terug te trekken, die keuze wordt gemaakt in de hogere hersenen. De hogere hersenen zijn de structuren die redeneren, spraak voortbrengen en complexere informatie analyseren. Zij zijn evolutionair gezien de laatste toevoegingen aan de hersenen.
De voorhoofdskwabben zijn bij verlegen reacties het meest actieve deel in de hogere hersenen. Zij krijgen informatie van het limbische systeem en nemen daarna besluiten. Dit gedeelte is verantwoordelijk voor de interpretatie van emoties en de gedachten die met verlegenheid samenhangen, zoals irreële redeneringen.
Als er echter een signaal komt van de amygdala dat er gevaar dreigt, zijn de hogere hersenen wel weer in staat om dat signaal te negeren. Zo kan een brandweerman een brandend huis in rennen, maar kan ook een verlegen persoon een menigte instappen. We kunnen dus de dominante reacties van het limbische systeem opzij zetten en er andere gedachtepatronen voor in de plaats zetten, dit kan door je bewust te zijn van je gedrag.
De twee hersenhelften (van de hogere hersenen) hebben verschillende gespecialiseerde eigenschappen. De rechterhelft is meestal creatiever en de linker rationeler. Beide helften zijn betrokken bij emoties, maar er zijn wel verschillen. De rechterhelft blijkt verantwoordelijk voor angst en ongerustheid, terwijl de linkerhelft zich bezig houdt met vreugde, plezier en lachen. Het lijkt dus logischer dat de rechterhelft meer betrokken in bij verlegenheid. Uit proeven met kleine kinderen bleek inderdaad dat er een grotere activiteit was in de rechterhelft dan bij kinderen die minder geremd zijn. Ook bij volwassen hebben ze deze proef gedaan, maar de resultaten waren daarbij niet overtuigend. De reacties van verlegenheid zijn te complex en er zijn teveel zaken bij betrokken. Misschien zullen we de reacties nooit helemaal begrijpen.
Een interessante wetenswaardigheid: behalve de hersenhelften onderzocht men ook autonome functies als de hartslag bij volwassenen. Dat leidde tot de conclusie dat verlegen mensen een snellere en stabielere hartslag hebben dan niet verlegen mensen.
Bij andere onderzoeken kwamen er ook intrigerende feiten uit. Zo bleken introvertere kinderen smallere gezichtjes te hebben dan hun extraverte leeftijdsgenootjes. Dat hebben ze verder onderzocht, en een mogelijke conclusie is dat een smal gezicht de ademhaling enigszins bemoeilijkt en iemand daardoor sneller verlegen is. Als iemand zich bedreigd voelt of van streek is kan de ademhaling verder belemmerd worden. Mogelijk proberen verlegen mensen deze ademhalingsproblemen te vermijden en ontwijken ze situaties waarbij ze van streek kunnen raken.
Als je naar al deze processen in de hersenen kijkt, zie je dat ze allemaal sterk met elkaar verbonden zijn. Dit is ook een extra moeilijkheid bij het leren omgaan met verlegenheid, je moet tegen biologische processen ingaan. Maar het is zeker mogelijk. Door greep te krijgen op je gedachten en ze in andere banen te leiden, kun je meer greep krijgen op je verlegenheid en heeft de verlegenheid niet langer jou in de greep.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten